De geschiedenis, een hele eeuw Sint Caecilia
Een woord van onze beschermheer.
Voor de geschiedenis van onze harmonie willen we putten uit een artikel uit het bondsblad Caecilia.
Het jaar 1899, in de maand mei om precies te zijn, richtte een groepje enthousiastelingen in de kleine woongemeenschap in het topje van Noord-Limburg een "muziekske" op. Dit "muziekske" was het tweede korps in de regio en de eerste fanfare.
Eigenlijk was de oprichting het gevolg van een grap. Dat zat zo:
Ton Ras, die op een fabriek over de Pruisische grens werkte, kwam met twee collega's aan de praat over het koningschieten van de schutters in Ven-Zelderheide. Met een tamboer voorop trokken zij elk jaar in optocht vanaf hun stamcafé naar de schutterswei. Als zij nu eens met zijn drieën uit de gein meeliepen en op een muziekinstrument bliezen?
En zo trekt in de zomer van 1897 de schutterij met trom en muziek naar de wei. Het hele dorp is uitgelopen en vindt het prachtig. Het samenspel klinkt niet geweldig, maar de drie muzikanten hebben er enorm veel plezier in en laten "Roodborstje" veelvuldig "tikken". Het succes smaakt naar meer. Er worden meer muzikanten gezocht en natuurlijk geld voor instrumenten. Een dirigent dient zich aan: koorzanger Gradus Hermsen. Hij kent muziek en speelt zelfs klarinet.
Om te oefenen kan de club terecht bij een van de aspirant-muzikanten thuis op de grote deel. In mei 1899 komen de eerste instrumenten en de methodeboekjes voor beginners. Met twaalf geestdriftige leerlingen gaat de fanfare dan daadwerkelijk aan de slag. Een naam was snel gevonden, daarvoor zorgde de muziekmaagd Caecilia. Na een paar maanden treden de muzikanten al naar buiten. Het wordt een serenade met twee nummers waarbij ze marcheren en staande muziek maken. Lopen en musiceren blijkt nog te moeilijk. Maar het optreden is een succes!
Ook Toneel
Sint Caeclia groeit en vindt zijn plaats in het sociale leven in de gemeenschap. Zoon Jan is inmiddels vader Hermsen opgevolgd als dirigent. Na de Eerste Wereldoorlog gaat het korps net zoals overal elders naast muziek maken ook toneelspelen.
Jarenlang trekt het gezelschap volle zalen, totdat het kennis maakt met het fenomeen "concours". In Eindhoven wordt in 1929 in de derde afdeling een tweede prijs behaald en de muzikanten weten hoe ze deze moeten inschatten. Daarom duurt het wel tot 1936 voordat ze zich weer laten beoordelen. Dan is een eerste prijs met lof van de jury in de eerset afdeling een prima resultaat. En enkele jaren later al wordt de superieure afdeling bereikt.
Naar harmonie
De Tweede Wereldoorlog zorgt voor een periode van non-activiteit en het fanfarekorps heft zich in naam op. Maar in 1948 treedt Gert Hermsen in de voetsporen van zijn vader. Met hem staat de derde generatie van de familie op de bok. Hij vindt dat de orkestklank van een fanfare wat mager afsteekt tegen de vollere, warmere en melodieuzere klank van een harmonie. In 1959 komt de omschakeling in zicht en deze is na een jaar een feit. In de zestiger jaren leeft en bruist de harmonie, verrijkt met een drumband en majorettenkorps en krijgt uniformen.
Als Geert Jacobs eind tachtiger jaren aantreedt kan hij aan de slag met een groep jeugdige enthousiaste muzikanten. Voor het concours in Kerkrade kiest hij voor de tweede afdeling, en behaalt met zijn club een eerste prijs met promotie en lof van de jury. Omdat dat het beste resultaat is in die afdeling mag Sint Caecilia meedingen naar het landskampioenschap met als resultaat een gele wimpel aan het vaandel.
In 1996 herhaalt het korps dit nog eens, nu in de eerste afdeling en krijgt in Berlicum de rode wimpel uigereikt.
(Uit het blad Caecilia van september 1999 door El van Broekhoven, gebaseerd op de inleiding die de auteur Wiel van Dinter heeft geschreven voor het boek: harmonie "Sint Caecilia" Ven-Zelderheide/Ottersum 100 jaar. Verschenen in 1999 voor het honderdjarig bestaan van onze harmonie.)
Voor meer wetenswaardigheden over ons korps willen wij naar dit boek verwijzen. Voor belangstellenden zijn bij de harmonie exemplaren van dit boek te koop.